“ There is nothing wrong with change”
“ there is nothing wrong with change if it is in the right direction”
Wijze woorden van Winston Churchil. Ik hoorde ze eind juli tijdens een zelfontwikkelingscursus die ik volg. Onmiddellijk moest ik denken aan de veranderingen in de zorg die geïnitieerd zijn per 1-1-2015.
Over “change” gesproken. “change” heeft altijd een reden, bijna niets veranderd vanzelf. Soms is die reden een heel natuurlijke zoals de verandering van rups naar vlinder. Soms wordt verandering ingegeven door machtsverhoudingen die verschuiven zoals in Turkije op dit moment.
De reden voor de veranderingen in de zorg lijkt duidelijk: De zorg werd te duur. Vooral de AWBZ puilde uit, was allang niet meer datgene waar het ooit voor bedoeld was en had een sterk aantrekkende kracht op het vervangen van mantelzorg voor betaalde zorg. Wist u dat onder de AWBZ je alleen een mantelzorgcompliment kon krijgen als er sprake was van geindiceerde zorg? De wereld op zijn kop.
Al met al werd de zorg duurder en duurder. En de grootste taartpunt in de begroting van de zorg betrof de AWBZ zorg. Verandering was niet alleen logisch maar een must om de zorg nog enigszins betaalbaar te houden. Wat wel tot vragen leidt is de reden waarom het zo lang geduurd heeft om veranderingen in te zetten. Dat het uit de hand liep was al heel lang bekend.
Maar wat houdt de verandering eigenlijk in?
De verandering heeft 2 belangrijke kenmerken:
1. Budgetten korten of te wel bezuinigen.
Over het algemeen was het duidelijk dat dat gebeurde en ook met hoeveel. Zo werd op het budget van begeleiding en dagbesteding bezuinigd, op clientondersteuning en op huishoudelijke hulp. Maar ook werd bezuinigd op persoonlijke verzorging dat overging naar de ziektekostenverzekering.
2. Decentralisiseren.
Het toverwoord dat in aanloop van de verandering in de zorg gebruikt werd als grote verbeteraar van de zorg. Decentraal betekent volgens Den Haag meer op maat, laagdrempeliger, kloppender bij de plaatselijke situatie.
Nu is kenmerk 1 vervelend maar kenmerk 2 klinkt natuurlijk geweldig. Dat kenmerk 2 ondergeschikt is aan kenmerk 1 blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat persoonlijke verzorging op het laatste moment naar de zorgverzekeraar is geschoven. Zorgverzekeraars werken niet gedecentraliseerd. Tevens blijkt dat uit het feit dat het handelen van de PGBS bij het SVB belegd is, tevens een centrale cq landelijke organisatie. Zijn mensen die persoonlijke verzorging nodig hebben (zorgverzekeraar) nu slechter af dan mensen die begeleiding nodig hebben (via de gemeente)? Ik waag het te betwijfelen. De WLZ, overblijfsel van de AWBZ wordt nog steeds centraal georganiseerd. Blijkbaar geldt voor mensen met complexere zorg niet dat je daarvoor zorg wil organiseren die laagdrempeliger is, kloppender bij de plaatselijke situatie. Oh wacht even, tenzij die complexe zorg uitgevoerd wordt op basis van een psychiatrisch ziektebeeld want dat noemen we vanaf 1 januari 2015 geen WLZ maar beschermd wonen en dat is dan weer wel gedecentraliseerd. Ook voor behandeling wordt centraal de toegang geregeld via de verzekeringen. Tenzij het om jeugdbehandeling gaat dan valt het weer regelmatig onder de jeugdzorg en dus decentraal.
Voeg je aan deze elementen nog toe dat de wetten niet geheel goed op elkaar aansluiten en er een forse toename te zien is sinds 1-1-2015 in de WLZ. In mijn opinie door de wijze waarop het begrip mantelzorg in deze wet is opgenomen dan lijkt een overduidelijke conclusie zich te openbaren.
Het stopzetten van de bemoeienis van het SVB met het PGB per 2018 versterkt die conclusie nog eens:
“ There is something wrong with change if it doesn’t have a direction at all”